Gebouwd in de 19de eeuw als vrachtschip zonder motor in Nederland
Het voormalige vrachtschip werd in 1948 samen met de tjalk de Gerlache aangekocht door Lode Craeybeckx, de burgemeester van Antwerpen. De Ortelius werd genoemd naar de Antwerpse cartograaf Abraham Ortelius. De Gerlache was genoemd naar Adrien de Gerlache, die van 1897 tot 1899 een Belgische Zuidpoolexpeditie leidde. Craeybeckx maakte op 1 september 1948 de eigendom van de tjalken, samen met het houten jacht de Herwig, over aan de stad Antwerpen. De tjalken waren bedoeld om de Antwerpse schooljeugd aan te zetten tot de watersport. De Ortelius voer als schooltjalk voor de initiatie van de leerlingen van het vrije onderwijs (het katholieke net). De Gerlache voer voor het staatsonderwijs (het huidige gemeenschapsonderwijs). De Ortelius stond onder leiding van Jef Geens, terwijl J. Van den Broeck de lakens uitdeelde op Gerlache. Beide heren zetelden in een Adviserende Commissie voor Watersport van de Stad Antwerpen, waarvan onder meer ook de ingenieur-architect Hugo Van Kuyck deel uitmaakte.
De twee vrachtschepen werden na de schenking door burgemeester Craeybeckx omgebouwd om als schooltjalk gebruikt te worden. De kosten werden gedekt door Antwerpse firma’s en het Antwerpse mecenaat. De binneninrichting werd gedaan door de firma Guthrie-Murdoch. Er was aan boord slaapplaats voor 24 man plus een schipper met knecht. Er werden sanitaire ruimtes en kookgelegenheid voorzien. De diensten van de havenwerktuigen werkten de schepen verder af. De dekhutten werden herbouwd en betimmerd. Er werd een kluiverboom aangebracht. Uit een eik, gekozen in het Nachtegaalpark, werden vier nieuwe zwaarden vervaardigd. In elk schip werd een nieuwe motor van 44 pk van Paxman-Ricardo ingebouwd.
Aanvankelijk voerden de Ortelius en de Gerlache een kottertuig, met gaffelgrootzeil, fok en kluiver. Het enorme grootzeil bleek evenwel moeilijk te hanteren en gevaarlijk voor de jonge opvarenden. Daarom werd er snel (in ieder geval vóór 1955) voor gekozen om de giek in te korten en vlak voor het stuurhuis een bezaanmast toe te voegen.
De schepen werden bemand met een schipper en een knecht, die beiden stadsbediende waren. Daarnaast waren er aanvankelijk zes bemanningsleden aan boord die achttien jongeren begeleidden. Ieder bemanningslid moest telkens drie jongeren manoeuvres aanleren. Vanaf de lente tot de herfst werden weekendtrips ondernomen, terwijl in de paas- en zomervakantie ook vierdaagse reizen werden georganiseerd. Op woensdagen en donderdagen werden de twee schepen gebruikt voor havenrondvaarten voor de leerlingen van de Antwerpse scholen.
De beide schepen werden in een latere fase nog verder verbouwd. Zo werd de stuurstand op het achterdek gewijzigd en werden de Paxman-Ricardo-motoren op beide schepen vervangen door de huidige Scania Vabis.
Aan het begin van de jaren 1990 komen de twee schepen in moeilijk vaarwater. Vanwege besparingen werd het project van de schooltjalken toen stopgezet. In 1993 werd het project evenwel terug opgestart door de vzw Antwerpse Haven- en Vaarinitiatie.
In 2005 ging die vzw in vereffening, waarna het beheer in 2006 overging op de vzw Trotter. Ondertussen waren beide schepen afgekeurd vanwege het gebruik van beton als ballast en omdat de plaatdikte op enkele plaatsen te dun was geworden. De schepen werden uit de vaart genomen.
In april 2008 werd de Gerlache na een restauratie te water gelaten. De Ortelius wacht nog op een restauratie om terug in de vaart te komen.
De Ortelius wordt verhuisd naar de droogdoksite van Antwerpen en afwachting van een restauratie.
Dankzij het unieke karakter en de herbestemming die het in 1948 kreeg, wordt het schip beschermd als varend erfgoed.
Na jarenlange onzekerheid over de toekomst van de schooltjalk 'Ortelius' heeft het schepencollege van Antwerpen een duidelijke beslissing genomen over de toekomst van het schip. 'De Gerlache' zal opnieuw actief ingezet worden bij nautische evenementen en kleine havenrondvaarten en de 'Ortelius' wordt, omwille van de slechte staat, van de hand gedaan.
In april 2008 werd de Gerlache na een restauratie te water gelaten. De Ortelius wacht nog op een restauratie om terug in de vaart te komen.
De Ortelius wordt verhuisd naar de droogdoksite van Antwerpen en afwachting van een restauratie.
Dankzij het unieke karakter en de herbestemming die het in 1948 kreeg, wordt het schip beschermd als varend erfgoed.
Na jarenlange onzekerheid over de toekomst van de schooltjalk 'Ortelius' heeft het schepencollege van Antwerpen een duidelijke beslissing genomen over de toekomst van het schip. 'De Gerlache' zal opnieuw actief ingezet worden bij nautische evenementen en kleine havenrondvaarten en de 'Ortelius' wordt, omwille van de slechte staat, van de hand gedaan.